Old Flames, 1997-2015, computertekening
Komende nacht
De zon keert zich bijna van haar vlammenwagen, het zal zo nacht
worden, de schemering hangt al in het dal. De zware dagtaak is op
een haar na gedaan.
Zij zingen samen een mooi avondlied.
Hij vertelt haar een verhaal over zeelui. Die gaan ’s avonds, als de
zon baadt, in een stille baai voor anker. Zij slapen onder het ruwe
dek, moe van de wilde vaart. Voor het slapen gaan vertellen zij
elkaar hijgerige, hartstochtelijke verhalen. Zo krijgen zij rust en
worden in slaap voor het kwaad bewaard, ondanks hun groot
verlangen.
Zij luistert met rode wangen naar zijn zachte stem. Haar ogen
staan vochtig. Hij kon niet weten dat al die vertelde beelden haar
in de herinnering sneden. Een pijnlijk verleden laat nooit los.
Dan ziet ze ineens een rare broodkruimel in zijn linker mondhoek.
Ze probeert het weg te vegen, maar hij zit zo in zijn verhaal dat
hij denkt dat het een aanval is. Voordat hij het beseft geeft hij
haar een lel en zij suizebolt bleek neer.
De gesel van het beeld slaat vaak raak. Dat is het mooie van kunst.