Late zomerwoorden, 2001, acryl, 50 x 50 cm
Kringloop of verbeelding
Iemand had last van synthetische wijsheid. Kon daardoor niet goed
de gastvrouw spelen. Ze miste alle persoonlijke hartelijkheid, kon
er bijna niet van slapen. Haar hoofd sloeg op hol. Ze deed nauwelijks
een oog dicht. Het was een inspannende tijd. Ze kon niet anders, het
was haar lot.
Haar moderne ik zei dat er iets moest gaan veranderen om weer
innerlijke rust te krijgen. Nieuwe communicatie over en weer?
Spontaan begon ze te tekenen, zomaar wat uit het niets, zonder
zichtbaar doel.
Herhaalde dat vijf maal en zag zo het woord tweetakt ontstaan.
Was dit de motor van haar geweldige draaikolk? Het grote lege
zuigende midden deed al het werk. Snel gumde ze de tweede t
weg, zodat er nu twee akt stond. Daaronder verscheen daarop
duidelijk een lekker weekdier, teken van het vrouwelijke libido.
Blijkbaar moest haar tocht steeds naar binnen, bijna dwangmatig:
het eten van het schelpdier, het naar binnenglijden in haar geslacht.
Het was haar herhalende innerlijke reis. Een was een tocht van hier
naar een ander hier, een zwerftocht op de plaats. De kringloop
dwaalde van de ene verbeelding naar de andere.
Als ze zich beperkte in haar betekeniswoede, kwam alles zeker goed,
het zou vanzelf gaan.
Het was tenslotte laat zomer.
Alle kleuren liepen al terug.
Het was snel en vaker donker.