Namiddag, 2015, computertekenig
Zo kon het ooit
Zij had hem stil, doch hartelijk lief, zoals ze dat vroeger zeiden.
Hij was een hartendief, ook al zo ouderwets.
Dus konden zij met volle vreê recht vertrouwelijk praten of
zoiets. Speculeren met veel gevoel.
Waar? In het landhuis uiteraard.
De nacht omhulde de top des wouds.
Het paartje koutte er vrolijk op los, van heerlijk weer en de lelijke
kanten des levens. Men herkauwde het geheellijk. Wel meer dan
duizend wissewasjes passeerden het gevoelige oor zonder dat het
een rel werd.
Geld en deugd was toen o zo schaars, onverstand iets raars.
Vele complimentjes passeerden oogverblindend. Het was een waar
genot. Niemand brandde zich aan het koude water.
Later bleek dat ze in armoede stierven, omdat ze beide twee linker
handen hadden.
Daar krijg je subiet geen schatergrijns van.
Wat morgen rood,’s avonds dood!
Haar hupse gezichtje tolt een laatste minnedichje.
En de kat? Die krolt aan heur voet in den namiddag.
Komt alles toch nog goed.