De zee, 2015. computertekening
Donkere tijden
De lucht spiegelt graag in de zee: zeespiegeling.
Vooruit dan maar:
Een wrede zee doet me altijd terugdenken aan een duister voorval
in mijn leven. De zee raakte me hevig, ik verloor bijna mijn zijn, niet
mijn verstand.
De woeste zee was letterlijk aantrekkelijk, trok me diep naar beneden
ergens in de negentiger jaren van de vorige eeuw. Ik zag alle hoeken
en gaten van het zoute water, botste de harde bodem.
Op zich is het goed om dieper te gaan dan je veilig wilt, maar dit was
wel wat overdreven diep. Bovendien:mijn bestemming lag ergens
anders. Niet op de bodem van die ziedende zee.
Als je slecht verdrinkt, verdrink dan niet was mijn idee en dat hielp,
ik kwam aan wal met een doof lichaam, had pijn. Ik voelde me zwaar
besodemieterd: het water hoorde mijn vriend te zijn!
Doorgaans geef ik mezelf de schuld van talloze smakeloze invallen. Dit
was er ook eentje. Ik had beter naar mezelf moeten luisteren en dus
niet avontuurlijk in die wilde zee gaan. Een mens kan het nooit winnen
van het watergeweld weet ik nu.
Dus alle torenkraaien vlogen op dat moment gelukkig ergens anders
heen. Het was een dwaalspoor geweest die hen eerst had gelokt. Ik
ging gewoon door met wat langer te leven.
Af en toe blaffen die herinneringen nog wild. Waarschijnlijk werd
mijn haar sneller witter toen. Mijn weerklank is verdubbeld. De waaier
van de geschiedenis staat wagenwijd open.
En de lucht? Die likt de wonden in de vijver, die andere plas.