Impuls

Fluwelen tong, 1997, tekening, 65 x 80 cm

1997_de fluwelen tong_65x80_k
Gemakkelijke prater

Zijn stem klapwiekte als een donkere boom aan een bron. Hij was
zijn eigen diepe droom geworden, stond oehoe te doen in de ruimte.
Alles rondom was duister, het stokstijf leven van de slaap gaf geen
kik of hield de adem in. De onhoorbare tijd van beelden kon zomaar
beginnen. De schrik in de haren, de klikkende wimpers, een stralend
nest in de bomen maakten schoon schip. Even pauze.

Even later tikte de waanzin onder het haastige water en punt de
jongeman zijn tong. Het was zonneklaar, er moest worden gejaagd.
Op wat? Er was van het weinige zoveel, dat iedere ronde cirkel bijna
vierkant leek. Toen wist hij het: hij moest jagen op al teĀ  zonnige ogen,
die pasten niet in een donker bos. Als je op harthoogte zo mooi zou
praten, dan zou het licht snel uit de ogen doven en een koude, niets
zeggende mantel worden.
Zo gedacht, zo gedaan. Op die manier kwam de weg vrij naar stad
en land van geluk. Hij hoefde nooit meer in vuil water te stappen
waar hij heel vrolijk van werd. Helder klopte hij aan in de ruimte.

Soms moet je gewoon recht op je impulsen af gaan om iets te be-
reiken blijkt steeds weer waar. Soms moet je even zo hard draven
dat je huid natter dan nat wordt.
Stilstaan is geen optie. Pak de volle borst.
Anders sterf je dorstig en heb je niets beleefd.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *