Dwaallicht

The Day After, 2012, computertekening

Niet waar

Je zult het niet geloven maar mijn vader was dronken. Of hij had een
dronken bui, dat kan ook. In ieder geval deed hij duidelijk anders dan
normaal. Mijn vader liep door de smalle gang en riep half panisch:
“Rennen, het dwaallicht komt achter ons aan”. Met ons werd het gezin
dan bedoeld.
Ik rende ook, uit solidariteit, terwijl de vermeende vuurbol nog altijd aan
het dansen was. Nu zag ik het ook. De gang werd steeds lichter. Maar was
deze bol wel een dwaallicht? Ik kende wat oude prenten waarop het dwa-
lende licht heel anders was afgebeeld. Dit leek veel te rond van vorm,
een dwaallicht heeft een soort puntmutsje aan de bovenkant en is niet zo
vast van vorm. Dit licht was duidelijk opgekropte boosheid!
Toen wist ik het: ik moest even grote ogen opzetten en dan was alles snel
weer gewoon, normaal. En inderdaad door mijn wijd opengesperde ogen
verdween de verschijning als sneeuw voor de hete zon en werd de gang
weer zo donker als voorheen.
Zo zie je maar dat je niet zo snel in paniek moet raken als je vader wat
vreemd doet. Hij is ook maar een mens en ik zou er niet zijn als hij er niet
was geweest.
Later op de dag zei moeder dat we beter maar niet thuis konden blijven.
We moesten naar grootmoeder, die had de kip al klaar gemaakt. En vader
dan? vroeg ik (want die was ineens spoorloos).
Die is even naar het ziekenhuis om te zien wat voor film daar draait – was
het kloeke antwoord. Mijn moeder kan het mooi brengen, maar ik wist gelijk
dat hij opgenomen was omdat hij zo dol doordraaide.
“Moeten we dan niet even gaan kijken?” opperde ik. Aan het opvolgende
gebaar, met de boze blik daarbij, zag ik dat het tijd werd geen vragen meer
te stellen en mijn mond voor altijd op slot te houden.
Zodoende bleef alles voortaan zoals de ingeslagen weg.
Waarvan akte.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *