Twee personen, 1998-2015, bewerkte foto
Onder de brug
Het is zomer, warm. Als wij tegen de avond aan de rand van de
kade komen is de lucht prachtig rood. We zouden hier voor altijd zo
willen blijven staan, als een levende dia. We hebben geen zin om
weg te gaan, maar de zon denkt er anders over, die verdwijnt zonder
pardon. Zij zakt in de horizon.
Terwijl we tijdloos staan te kijken ontwikkeld iemand van ons een
melodie, die een beeld ontwerpt van de weg. Een vorm uit het niets
doemt op, zingt als het ware luidkeels mee. Zoiets maakt je blij.
Voor dat ook verdwijnt zien we nog een glimp van onze schoenen
of van onszelf. Daarna is het nacht, die even kleurloos is tot onze
ogen weer kunnen kijken.
Steeds vlamt de vraag op waarom dit alles zo moet zijn.
Iemand probeert het uit te leggen, de rest zegt in koor o nee hè…
Nee doet hij dan maar, de natuur hoort zo stil te zijn als een stijve,
stamelende stijfselpot. Wij hebben onze aura uitgeschakeld voor
alle database, heden is niemand thuis, de post kan worden bezorgd.
Dan:
De lichtende stad met de onverbiddelijke schoonheid lokt. We gaan
er in mee. Het is van een schoonheid met een diep, niet verborgen
geheim. We leven levensecht. Overal welkom en bijna te hevig om
daar te zijn.
Zo zou je deze plek kunnen omschrijven.