Buiten, land, 2016, computertekening
Luchtig
Dit is het laatste seizoen. Mijn boom draagt van zijn bloei de vruchten,
nog even en de plof in het gras maakt ruimte voor iets nieuws.
Het is nog niet voorbij, maar de dagen zijn op orde. De herinnering
zwerft als een soort ziekte door het landschap. Het bemoste pad maak
ik nog steeds vrij. Het moet rondom steeds zondag zijn.
Ik loop voorzichtig in het landschap. Mijn voeten willen niet snel, zij
schuiven voort. De reis duurt langer, het genot is heftiger.
Als ik luister ruist de cipres aan de rand van het land. Hier is alles zo
als ik het bedacht. Mijn vinger reiken naar de stam, ik voel de lichte
pijn van de naalden. Waarom doe ik dit? Ik wil laten weten dat ik er
ben. Het landschap is niet langer alleen.
De geuren van de avond staan op springen. Een lief, mijn lief, verschijnt.
Het is zo mooi, zo jong, zo onverschillig. Ik vraag haar binnen. Zij zegt:
Ik ben in de ruimte van je leven.
Ik zeg: koffie en brood houden ons in leven en knipoog daarbij.
Zij lacht. Ik wordt een kwieke reiziger in hout en ruwe materialen.
Vrije jazz dendert door mijn hoofd. Haha. Ik krijg een injectie door mijn
eigen beweging. Ik krijg een gedachten flits: ik denk doordat ik praat,
maar weet niet of dat wel klopt. Het klinkt wel leuk.
Daarna komt: een landschap is heimwee naar je toekomst.
Nu weet ik het zeker, ik ben in de lente van mijn eenzaamheid.