Hart, 2016, computertekening
Overbelicht
genoodzaakt wordt dit
want onvermijdelijk is dit
Dit schreef ik eens in een woordspelige toestand.
Kennelijk was er veel tijd en ruimte om zo iets te doen.
Misschien was ik ook bang om het te vergeten en schreef ik het
daarom op. Voor altijd vastleggen geeft zekere zekerheid.
Toen was er een zekere logica te bekennen in de bewering, nu
weet ik totaal niet meer waar het eigenlijk op sloeg. Noodzaak
en verband liggen voor altijd verborgen in het verleden.
Waarschijnlijk was het de taal van een overbelichte jongeman.
In elk geval was ik actief in de poëzie. Ik kende de genezende
kracht ervan. Kunst verlicht altijd, actief en passief. Ik verwachtte
er veel van. Eigenlijk alles, wat heel naïef was.
Toen was ik nog student en nu kan ik veel onder de noemer van
Romantische Droom plaatsen. Wendingen vallen op hun plaats
door brokstukken van samenhang, zou ik nu misschien zeggen.
Ik zou het zeker niet noteren. Ik vertrouw op mijn wetend hart.
Ergens ben je dus altijd bezig met een soort verlossing, je leegt
je als mens en hoopt zo geschiedenis te maken. Wie weet?
Anderen, meestal leken, zullen zeggen: Wat? Alweer? Voor de
hoeveelste keer? Daarop volgt steevast: Allemaal niets, het is
allemaal niets!
Dan hoop je maar dat het spottend bedoeld is. Ik ga spontaan
op de kast klimmen voor hun plezier.
Aan de andere kant, als mijn vliegwiel eenmaal draait is het niet
meer te stoppen. Ik kan mij niet indikken tot vertraging.
Gedichten wijzen mij een weg. Alles moet aan flarden. Weg met
de dwaze waarheden.
Zo verlos ik mij van mezelf en dat is ook een fijne hobby.