Liefdeslijn, 2016, boek 114, pagina 65
Romance
de mist was warm
als neuriƫnd zand
oude mensenheugenis
tokkelende tinkelharpen
vonden breekbare heuvels
een engel aaide
de kus was warm
als bonzend vuur
harige haren stijfden
zich een verticale weg
omdat het raar was
een wang bloosde
de boom was warm
brandde in de hemel
we zongen ons laaiend lied
gezalfde hoeven sloegen op hol
sidderstenen stroomden voluit
een kus smolt
op de goudschaal van de zon
lagen onze lieve, natte lijven