Leeg hoofd, 2016, computertekening
Het verraad
L.R.,
Ik schrijf je dit ten einde raad, want de storm die ik zo vreesde is
inderdaad losgebarsten.
Kees weet het nu. Hij weet van ons.
Die lul van een jongeman heeft, omdat hij zijn zin niet kreeg, alles
doorgebriefd en ons daarbij uitgemaakt voor rotte vis.
Hij heeft gezegd dat ik je van het kantoor ken, dat we nu verkering
hebben, terwijl ik nog niet eens vrij was. En dat gewoon uit pure
jaloezie! Hij wil mij maar al te graag, maar ik walg van die verrader.
Enfin, je kunt je voorstellen dat Kees razend werd en dat hij me nu
helemaal in de gaten gaat houden. Hij wil ook niet dat ik je weer zie,
laat staan aanspreek op straat.
Verder wil hij met je praten, maar dat zou ik niet doen als ik jou was.
Dat leidt tot niets. Bovendien kan Kees zich soms moeilijk beheersen,
hij heeft dan losse handjes, zoals je bij mij zag…
Wat zullen we doen?
Ik ken een tante die ruimdenkend is, ze woont hier in de stad in een
heel andere wijk. Als ik haar vraag of we af en toe…..je snapt het wel.
Dat zou ik heel graag willen.
Voorlopig moeten we ons even rustig houden.
Ook op het kantoor. Tenminste niet te opvallend doen.
De storm moet eerst wat gaan liggen.
Tegen die tijd komt er vast wel een oplossing, denk je niet?
Ondertussen droom ik iedere nacht meer dan heerlijk van je. Ik kan,
zal je nooit vergeten. Mijn hart is daarvoor te groot.
Laat dit briefje niet slingeren. Verscheur en verbrand het na lezing.
Laat iedere scheur een kus van mij zijn. Verscheur het kleiner dan
klein, verbrand het heter dan heet.
Je sl.