Meid

Gedachten in Italiƫ, 2016, computertekening

x.2016_gedachten aan Italia_ct

Buitenleven

Het was al smoorheet op de akker en zij was bekaf. Het werk was
nog lang niet gedaan, er moesten nog zakken vol graan naar de
zolder. Dat ging langs een glimmende, ijzeren buitentrap. Je kon
met moeite wat steun vinden bij de ruwe buitenmuur, de ijzeren
leuning was allang verdwenen. Haar schouders gingen kapot van
het schuren van de zakken en het vele zweet.
Het graan moest op de vloer van de zolder worden gespreid. Het
was een ongezonde toestand. Door de naden zag je het stof naar
beneden dwarrelen. Vliegen vlogen verschrikt op, massaal dansten
ze zich een weg naar buiten.
Toen alles gedaan was gloeide ze zo erg, dat het bijna leek alsof
ze in brand stond. Ze werd het meisje met de lekkende vlammen.
Viel bijna in onmacht.
De andere knechten wachten op dit moment en gooiden zinken
emmers vol putwater over haar heen. Haar vuur was bijna niet te
blussen, maar de mannen hielden net zolang vol tot ze weer zich
zelf was en bedaard glimlachte.
Daarna kwam het mooiste moment: de meid trok al haar natte
kleren wild uit en de mannen rosten haar vol eerbied droog, met
ruwe neteldoeken.
Tenslotte werd er die dag gezamenlijk kip gegeten.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *