Meubelman, 2016, schets
Afgeschermd
Hij zei dat hij last van heimwee had, maar hij was natuurlijk
gewoon iets aan het verdringen, zijn wereld was voor altijd
geschonden. Heimwee naar wat?
En dan sta je daar.
Ondanks al zijn scherpe observaties en rake commentaren
bleef hij onderdeel van zijn eigen naar gevoel. Hij was geen
mooie komeet aan de hemel, nee echt niet, eerder een vallende
ster (gauw een wens doen!).
Zijn ster riep een sfeer van dreiging op, een nare aankondiging
of misschien zelfs een naderende dreiging. Catastrofale tijd.
Waarom hij zo vreemd omging met zichzelf is nog altijd een
groot raadsel. Tijdverlies.
Je zou zeggen iemand die zoveel heeft meegemaakt, juist beter
zou kunnen leven. Misschien hield hij te veel van Kafka met zijn
geleerd systeem hoofd en was de vereenzelviging vastgekleefd!
Hoe dan ook, het was toch jammer dat domme heimwee gevoel.
Het knaagt alles op den duur kapot.
En dan sta je daar.
Ik wenste hem dus meer ster, zodat hij weer meer verteller werd
in eigen verhaal. Hij moest zijn ster weer laten schijnen als een
heldere, briljante, lichtbrekende diamant.
Dan zal de nacht er elke nacht uitzien als een feestmaal.
Dan zal hij de priester zijn die in de ruimte rondgaat, terwijl hij
wijwater sprenkelt. De zege is met u! Dan verheerlijkt hij zijn
hemelse heerlijkheid en troost al het sneue sneuvelbloed op zijn
slagveld.
Hoe zo droevig? Hoezo zo bleek? Zijn hart slaat minstens 88.
Tenminste, dat vermoed ik. Ik zag zijn ster.