Fenomeno, 2016, schets
Bedacht mens
Zij was voor haar familie een ondoordacht kind, die dag en nacht
werd mishandeld door eigen materie. Haar gevoeligheid was een
vlam in de wind.
Zelf vond ze dat niemand een goede, een werkelijke uitdrukking op
het gezicht had. Niemand keek haar echt aan. Als ze eens wisten
hoe lief zij was, als ze eens wisten hoe zij leefde en haar door lieten
schemeren in hun ziel, dan zouden ze pas beseffen wat ze al die tijd
hadden moeten missen door hun dom gedrag.
In die andere ogen, die niet naar haar keken, vermoedde ze een
vanzelfsprekende spot aan haar adres, terwijl ze wel degelijk kon
schaterlachen als daar een reƫle reden voor was.
Al het contact verliep dus moeizaam. Onbeholpen.
Na al het denken probeerde ze zichzelf vergeefs aan te praten dat
alles kwam door haar eigen gedrag. Zij was zelf de oorzaak van de
lichte hoon. Alles sloeg haar in het gezicht door niet weg te duiken.
Gelukkig is er dan altijd wel een tante die ook geleefd heeft als kind.
Die zegt dan zonder woorden dat ze er voor je is en dat hun zielen
hetzelfde zijn.
Zij is niet meer de gevallen, uitgejouwde engel.
Zij kwam verder dan het eerste bedrijf.