Vrienden, 2016-2002, bewerkte foto
Hij en ik
Hij was een classificeerder van dingen en kende geen enkel tussen-
gebied. Zelf maak ik, misschien omdat ik te veel denk of te veel
droom, geen onderscheid tussen de bestaande werkelijkheid en de
fictie. Onbestaande werkelijkheid bestaat voor mij niet.
Ik verwonder mij vaak vloeibaar. Hij niet, hij weet. Altijd.
Er bestaat geen enkel ander probleem dan de werkelijkheid zelf .
Het is onoplosbaar en lang levend.
Wat heeft dit alles nu voor nut?
Ik zie hem daar alleen in zijn kroeg, in mijn verbeelding kan ik daar
onder lijden. Mijn gedachten zijn zomaar zijn gedachten. Ik zit op
zijn kruk. Ik drink zijn drank.
Misschien denkt hij wel hetzelfde als ik nu of is het de invloed van
tijd en plaats die me bekoorlijk zalft in deze dromerigheid.
En nu krijg ik slaap, het is heet bij de kachel. Mijn buik spant rond.
Ik slaap zonder te gapen uit gebrek aan energie.
En daarom bedenk ik dit.
Vast.