Leven

Bladerbad, 2016, boek 114, pagina 60

2016_b114_p60_bladerbad

Goede draai

Zijn leven begon dit jaar veel belovend met een uitroepteken.
Hij was geen vallende ster.
Iedere avond leek de nachtelijke hemel op een huilerige ballade.
Je zou er melancholiek van kunnen worden als je dat in je had,
(dan lijkt ieder hondengeblaf op een gebarsten viool).
Verdriet moet je niet zoveel ruimte geven was zijn devies. Laat het
niet te dichtbij komen, het geeft je alleen maar een naar gevoel van
duizend meter bladeren op je ziel.
Hij mompelde veel in hemzelf.
Op straat floot hij onbewust.
Soms zong hij zacht een liedje.
Het rare bij hem was dat hij bij harde wind in de rug altijd scheve
gedachten kreeg. Dan praatte hij over de dood als hij leven bedoelde.
Hij gooide alles door elkaar en leek daarbij nog het meest op een
nare, blazende kat. Geen aangenaam gezelschap.
Pas als hij dacht ik ben niet van hier werd hij weer gewoon.
Dan trilde hij zich terug en voelde de blijdschap van het opnieuw
geboren zijn. Alle bladeren waren totaal weggewaaid.

Voordat er een nieuw dal kwam schilderde hij alle boomstammen
rondom zijn huis rood. Grote actie! Dat zou de natuur leren!
De maan zou ’s nachts, boven zijn piepklein huis, alle grenzen weg
laten rollen als kleedjes voor de deur. Je moest even voorbereid zijn,
maar dan had je zomaar een mooi nieuw leven. Geen enkele zwarte
vlam zou nog langs je raam willen lekken.
In die nieuwe tederheid was het goed wonen. Het wankelend leven
bleef waar het hoorde: ver weg!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *