State, 2016, boek 114, pagina 30
Fase
Langs een zwerende muur, in een breiwerk van grijze wolken, liep
ze naar een veld vol afval. Men wou haar steeds voorbijgaan, alsof
men haar snel wou vergeten, maar ze hield de mensen tegen met
gemompel en gestrompel.
Heldere gedachten liggen op strenge tafels, dat is bekend. Iedere
verkeerde gerstkorrel in de keel maakt dat je dood kan gaan door
je verslikkend te verstikken.
Beter kun je in de lijm van koppigheid voelen dat de taal geen ge-
heim kent. Men rommelt maar wat aan in het algemeen of is overal
tegen.
Zij wilde niet zwijgen tussen de vodden, dat was zo zonde en bovendien
een doodlopende weg. We noemden haar hardnekkig, maar haar
onbuigzaamheid zou haar uiteindelijk redden.
Zelfs al is het eerste inzicht ellendig, het verminderende licht zal snel
ontploffen en dan sta je moedernaakt op de schaal van oude troost.
Het leven hervindt zich. Steeds opnieuw.