Zwarte liefde, 2012, computertekening
Er is licht
Er zit een blijde schoonheid aan zijn kromming en is er even bij gaan
zitten. Niet zo lang daarna komt een gazelle hem al dansend vergezel-
len. Ze danst als een lenig luipaard en knielt daarna soepel voor hem
neer, kijkt hem warm in de ogen.
Deze idylle hoef je niet te schuwen, zij hebben het leuk!
Het gesprek tuimelt alle kanten op. Ogen glanzen als glazen bloemen.
Er is geen ruimte voor duisternis of grijzigheid. Ze schieten inwendig vol
kleur en tuimelen tevreden over elkaar heen. Hun zeepbel is van beton.
Hun evenwicht kan geen dwaallicht zijn.
Wie nu niet blij is moet verdwijnen.
Er zijn natuurlijk altijd zure figuren die dit uit jaloezie zwarte liefde noe-
men. Dat slaat nergens op, is niets anders dan verkromde ruggespraak
met hun eigen ik. Zij gunnen niet elk het zijne en schijten met gesloten
oogkassen keutels van verdriet. Daar moet je maar niet naar luisteren
of je moet een verouderde schim van schimmel zijn. Die zitten vol na-
sleep van wat al was vergeten en was weggestreept.
Geef mij de warme liefde maar, als vingers in de duisternis benen tot
romige rozen maken. Op vleugels lopen is heerlijk. Het wakkere beest
bijt iedere hemel open. Kleine dierbare dingen worden uitvergroot in
het nieuwe licht. Bloesems vallen voorbij bezeten lijven.