Als de avond valt, 1994, tekening, 80 x 65 cm
Fata Nero
Als iets lang geleden is is het niet meer van nu.
Toch is het niet helemaal uit je lijf.
Zo kan ik soms nog wel de schaduw van mijn hond Tjoepie zien,
terwijl hij toch al in 87 stierf. Mijn hond was diep zwart, mijn ge-
dachten aan hem zijn dat niet. Ik heb gevoeld hoe koud hij werd,
terwijl hij voor mij altijd warm bleef.
Kijk, iets kan beginnen met een zandkorrel of een kleine splinter.
Als het zich in je huid gaat hechten heb je zomaar een ontsteking
door die doorn in je vlees. Die ene spat wordt dan een ziekmakende
rivier, die ’s nachts langs je benen omhoog waait en je totaal gaat
bedekken. Dat heet opstuivend duister. Het is gevaarlijk spul.
Je moet die korrels en splinters opzij schuiven. Je hebt er niks aan.
Verzin liever dat de tafel een tuin is en de kruimels het zonlicht.
Veeg het samen tot een glinsterend hoopje. Bedek al het zware zwart
ermee.
Wanneer ik mijn ogen sluit, verzin ik Tjoepie naast me. Hij is niet
meer een stervende bloem, een verwelkend visioen. Als ik wil voel
ik zijn adem op mijn huid.
Maar nu wil ik niet.
De avond valt.