Warme gloed, 2016, computertekening
In de wolken
We sleuren hem het toneel op. Schoppen en tegenspartelen heeft
geen enkele zin. Hij heeft geen keus, anders breken ze hem de
benen. Zijn gewichtig lichaam is ineens niet meer dan een na-
smeulend kastje. Het hart lijkt platgeslagen, de smakeloze nieren
zuchten, preken vrezen verval.
Spreken zul je, we zullen je tong losmaken en je mag ook niet
langer stapvoets denken, dat is zinloos. Struikel eerst nog even
over je eigen chaos. Wij vegen de rotzooi straks wel op.
Je weten en beter weten zijn vergeelde foto’s geworden, niemand
heeft er nog belang bij. Wrok en wraak omarmen elkaar niet langer.
Geef maar toe: je bent in de wolken, al wil je niet.
Je droomt al in kleur terwijl alles zwart-wit is.
Je huis gloeit, maakt de kamer rood als een zomerroos.
Waarom nu nog langer gezwegen, iedereen gunt je een betere ik.
De oude held ligt allang in scherven, de nieuwe speelt zich een weg,
hij heeft er zin in, is moe van het rampen vastklampen. Kijk, open
deuren buigen als butlers voor je. De eeuwigheid is nog lang niet
uitgeblust. Zelfs in een verloren stukje pauze hoor je geen enkele
snik.
Wolken verdwijnen omdat ze tegenspreken.
Miljoenen paardenkrachten worden van stal gehaald.
Je lijkt nu het meest op het lekkere nat, dat uit het malse, rode
vlees druipt.
Het voelt allemaal heel gul.
Vandaag is het lot op goed geluk gevallen.
De vuist is ontspannen open, ze heeft de jaloezie ontgroend.
De hemel heeft zojuist de aarde bereikt.
Wij zijn er gloeiend bij.