Mr. Craque, 2016 computertekening
Onderweg
Hij lijkt te verdwalen tijdens zijn lallende strooptocht door een voor
hem vreemde stad. De straten zijn ineens niet meer zo recht als
vroeger. Overal liggen gebroken tegels, het is werkelijk lastig lopen.
Het voetvolk wordt gemakkelijk een held door niet (op) te vallen.
Af en toe zie je bedwelmde slapers als niet meer blatende schapen
scheef in portieken liggen: zij dolen niet meer rond.
Zus of zo komt van een te vol toilet, roept een bordeelwoord en wordt
verder rondgedragen door hossende aanverwanten. Zijn broek vlekt
donkernat.
Dollars en dukaten vliegen in het rond, er wordt veel uitgegeven. Het
grote vermogen moet klein worden.
Alles wat stoffig was krijgt er vet van langs. Brallerig gezang tanden-
knarst niet, het vindt zijn smakelijke, dubbele woorden.
In deze tijd moet je niet alleen de zin naast de onzin bewaren, je
moet ook nog bedaard in beide blijven geloven.
De conversatie, zeg maar geklets, valt als een pot erwten in je oor.
Het vage gekeuvel van vroeger is ver weg, zit achter een dikke deur.
En dan, dan klim je langzaam de steile trap op, om voor altijd in de
mist te verdwijnen met je oude, houten kop.