Linear Life, 2016, schets
Iets
Vroeger.
Alles was geweest.
Niets was gebeurd.
Langzaam verscheurde hij zijn volgetekende vellen. Het scherpe
scheurlawaai boorde diep in zijn oren, plantte zich oppervlakkig
voort in een soort kippenvel.
Misschien…..misschien zou ik mezelf ook moeten schrappen – zei zij
om zo voor altijd te verdwijnen in het niets of moet ik even geen ja
of nee meer zeggen…….of……gewoon voor altijd doof zijn…
De snippers vielen stijf in de rieten prullenmand, daalden diep.
Zal ik een andere naam nemen? – vroeg zij zich af.
Zij ging voor de grote spiegel staan, maar die had geen last van een
loskomende tong en zweeg in alle talen.
Terugkomend op haar stoffig eiland, haar meest eigen jungle, zag zij een
afgebladderde tuin. Zij hoorde de kosmische muziek met ingeklopte hoop
en blatende beklemming: Goed – we wisten niet.
Nu weet zij misschien, of denkt dat gewoon dat alles niet anders, niet
nieuw, niet vers is. De ongekende betekenis leeft voort zoals het hoort.
Hergebruik laat zich voortdurend schaamteloos aanpassen. Utopisch en
toch niet ideaal.
Goed: we weten het en we laten ons bij de neus nemen.
Eindeloos, vandaar al het stof en al de rimpels.
Had zij maar een schaar of een wolkje.
Was zij maar een lange schaduw van een stoel.
Haar doofheid begint te komen.