Gedachten, 2016, tekening, A4
Zwarte boom
Je zegt dat de ratten je boom hebben afgeknaagd tot op de
wortels. Dat is treurig, dat is jammer en ik geloof het ook
niet. Het heeft meer met jou te maken dan met die boom.
Misschien ben je te ver verwilderd van je kern en kam je de
dood al een beetje. Allemaal misplaatst zelfmedelijden.
Het geronk van optimisme is aan jou niet besteed. Jij hangt
aan de gevaarlijke nutteloosheid en steekt geen hand meer
uit. Het maakt je jong oud.
Gezien mijn neiging om alles te bekijken vanuit een gunstige
invalshoek begin ik te geloven dat je mogelijk onmogelijk
bestaan een luxe idee is. In plaats van water zie je droogte
omdat je wilt dat het water op is. Wat een zielige vertoning,
wat een onrecht richting het grote nat.
Hoe simpel zou het kunnen zijn dat je je verdriet zou oppak-
ken. Het kan met één hand, niet met beide, want je pijnen
zijn hol en licht. Je zou het tegen een wand kunnen plaatsen
om daarna snel weg te lopen.
Verdriet is een masker. Verdriet moet je niet aan de muur
hangen, daar komt alleen maar narigheid van. Je kunt niet
oog in oog met verdriet staan. Dan wordt je opgegeten.
Verdriet is een volle inktpot en moet met kracht tegen de
wand worden gesmeten. Dat wist Maarten Luther al toen hij
zijn inktpot naar de duivel smeet. De opdoemende wand heeft
het geweten, zij werd een zwarte nacht.
Verdriet is een anekdote, een tijdelijke rookschim.