Zuinige mond

Bij de vijver (voorstudie), 2005, bewerkte foto

Nachtelijk werk

Hij zat zo op de scherven te staren dat hij blij was zelf nog heel te zijn. Een mens
doet vaak vreemd (ikzelf ook, ik hoest wel eens lang voor mijn spiegel in de nacht,
om te zien hoe dat dan staat. Net zo als ik ooit als kleuter oefende met alle ma-
nieren van lachen op het toilet. Daarna ging je weer één twee drie normaal de
kamer in, niks aan de hand).
In de nacht gaan zijn vingers als dronken wormen tekeer. Haast onverzettelijk
wentelt hij over het doek. Het lijkt wel of hij zijn doek vlooit. De uitgedunde ge-
dachten zijn nu compacte goden geworden. Voor hem moet alles eendrachtig
volgen. Zijn zaaisel rijst uit de goede grond tot de afgelegen ochtend komt.
De radeloze dageraad nestelt zich in zijn binnen en dan is het uit en over.
De ochtend is werkschuw, bang voor het zweet. Zij heeft een zuinige mond met
een zenuwwang. Draaddunne gebaren wijzen aan, maar niemand ziet of hoort
door de stortplaats vol kraaiende kreten.
Kijk, dan is het tijd om te gaan slapen.
Morgen is er weer een dag.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *