Portret

Studio Bruno, 2003, acryl, 40 x 30 cm

De plek

Het opgeborgen hoofd is niet te luchten. Het lijkt wel of het dag en nacht in een
lade ligt te versloffen. Waar het ook gaat of staat, het stinkt in huis en straat.
Kwade tongen roepen dat de geur nog het meest weg heeft van een vergeten
kaas met maden.
Allemaal onzin natuurlijk. We hebben hier met een ongewoon en gevoelig hoofd
te maken. Jarenlang bang misschien, maar nu is hij buiten eigen mist en je kan dus
maar beter al je vooroordelen door je vervuilde gootsteen wegspoelen.
Als brood wordt het hoofd gekneed. Het golvende meel dampt in nieuw licht.
Ja, het hoofd gist, vergroot.
In woede laat hij zijn sporen zien, hij vergroot zonder het hoofd op te blazen.
Het mooie is dat je je geordende weg naar je hoofdzetel helemaal kwijt raakt als
je gewoon je gang gaat. Juist niet denken, niet stil staan. Laat het geweten
spinnen van plezier. Geef je onontwarbaar bed een flinke schop.
Je zult zien dat het gelaat dat zichtbaar waardeert. Je bent een zonnige kroon in
een menigte van bloemen.
Je blijdschap geurt en die geur is ongekend heerlijk. Het geurt als een maaltijd
voor geliefde gasten, die met jou de eeuwigheid willen inbedden. Het is een heer-
lijk gevoel geen monster te zijn. Alle stinkende stank heeft zichzelf kapot gerot.
Nog één vraagje: waarom hield je toen je thuiskwam de deur op slot?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *