Denise, 2010, penseeltekening, A4
Op de grond
Kijk zij heeft gehuild, zegt de dichter. En die kan het weten, die heeft oog en oor
voor alles. Ze had inderdaad een schitterende wimpering rond de ogen, het leek
wel wat op een uitgelopen feestelijke etalage (beslagen ramen, condens-vocht).
En toen werd ze door een ander levend oog bewogen. Opgetogen sloeg ze
denkbeeldig een bladzijde om en verbleef met veel dank lang bij haar nieuwe
minnaar. Haar stank van zonet sloeg verbluffend om in een overheerlijke parfum.
De geur was zo adembenemend dat de maan er doorlatend van werd.
Kijk, zei zij, mijn schatkamer laat geen blinden wachten en is niet afgesloten voor
overgrote macht. Mijn schoonheid mag naakt zijn.
En ze gaf zich aan hem, hij raakte haar bestaan.
Met een totale glimlach om de nieuwe zekerheden omarmde ze haar mondige
lover, die haar kamer vol lust ging bewonen. Even leek het eeuwig zomer. De
verveling lag nergens op de loer of liet het lijden op zijn beloop, verwatering kreeg
geen enkele kans omdat de waakhonden als handdoeken werden uitgewrongen.
Dit alles gebeurde op de grond, een plek waar menigeen uiteindelijk beland.
Tenslotte regende het uitmuntende wit op de buik van de waarheid.
De dichter was allang afgehaakt.
Zijn gevleugelde woorden bleken jaloers.
Mooie tekening met een nog mooier verhaal erbij @->–
ha D.A.,
mooi dat je zo geniet van mijn blog,
dank je voor je complimenten!
hoort zegt het voort….
J.