Rode hand, bewerkte foto, 2012
Ondergang
Hij komt maar niet over zijn tweevoudigheid heen. Zijn verstand wil niet groeien.
Ondertussen knaagt het volwassen worden allang aan de rand. Af en toe heeft
hij zelfs een briljante gedachte. Het maakt hem dan even bijzonder.
Tweevoudig?
Iedereen kent dat wel, we bestaan uit intelligentie, die groot kan zijn, en de
domheid van onze inferieure onervarenheid. Pas als je volwassen wordt en
minder boos, voltrekt zich de eenwording in ons. Enkelen kunnen of willen dat
niet bereiken.
Geen enkele gedachte kan ingang vinden als ze alleen gevoed wordt door dom-
heid. De massa, zeker zijn massa, doet zo. Per definitie is collectief denken dom,
niets passeert dan de slagboom omdat er geen tolgeld is. Hij blijft dus steken in
het lompe handelen van de jeugd. Onervaren is een ongekend woord.
Dus is hij bokser geworden. Je ziet het aan zijn neus. Zijn hoofd duizelt nog weken
na, het gevecht laat niet los. Dat hij zo dom verloor zit hem dwars. Hij gleed uit
door zijn zweet en ving een rake klap op. Je hoort niet te verliezen van zo’n kas-
plant, zo’n minkukel.
Berusten is zich onderwerpen en overwinnen is berusten. Verslagen worden is op
zich niet erg, elke overwinning is een gotspe. De overwinnaars verliezen altijd alle
eigenschappen van onvrede met het heden.
Zij die tevreden zijn hebben geen overwinnaarsmentaliteit. Alleen degene die
nooit slaagt overwint. Het beste kun je dus altijd waardig afstand doen.
Zoiets?
Ik voel nu het rode handje al meppen…..en suizebol de wijde wereld in.