Dagboek

Ongeloof, 2012, computertekening

Beter van niet

Een oude antiquair hield niet van zijn gezicht. Daarom verborg hij
het meestal met lappen. Hij stonk daardoor uren in/uit de wind.
Het was ook niet erg hygiënisch, de vraatzuchtige natuur vrat zijn
etsende weg. De slappe lappen hingen er zodoende vaak doelloos bij.
Het werd tijd dat het licht met een oorveeg zijn ogen voorgoed ging
openen. Gemakkelijk ging dat niet, de man bleek een sterke geest
te bezitten.
Toch was hij niet echt alleen.
Vele vrouwen vielen voor deze viespeuk. Hij leste menig dorst aan
te grijze borsten en beschreef al zijn veroveringen in zijn rode, zwaar
beduimeld, dikke dagboek.
Toch waste deze oudere man zich wel degelijk, met veredelde zeep,
waardoor zijn dweepzucht nog helderder werd. Als later op de dag
de dansende martelmuggen zich te goed deden aan zijn nieuwe
viezigheid, bleef hij stoïcijns strak voor zich uit kijken.
Prik mij maar volkomen lek – scheen hij daarbij te denken.
Het deed hem zo te zien helemaal niets. De muggen taaiden dan
snel af, ze hadden er geen zin meer in, de lol was er totaal af.
De buurt wist echter wel beter: verdriet gaat in golven door het
leven, nooit is het bad te diep – wisten zij – en muggen komen
altijd terug. Altijd!
Gelukkig vertelden ze hem die wetenschap niet. Het was beter
hem met rust te laten, anders zouden ze iedere dag veel last
krijgen van zijn hoge toorn. Hij kon namelijk flink fonteinen in
keurig koeterwaals en andere prietpraat.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *