ZIGZAG
Tijd van de spion

De maan kwam niet op daar waar ze eens was opgekomen, het was tenslotte oorlog. Verroestte geraamtes wezen de tijd omhoog. Alle windstreken leken even samen te spannen. Zenuwen liepen ketsend voorbij.

Hij sloeg alles op in zijn schaduwhart, waar het zwarte licht klonterde.
Hij leek levensbestendig en hield van overdagvuur in april. Zijn zelfgekozen hoed maakt hem niet verdacht. In die tijd droeg ieder achterbaks lijf een deksel.
Nu nog de mond snoeren — dacht ik, dacht jij.

Spion
Spion, pag.3
2007
boek 96
30 x 20 cm
Gemengde techniek